Wie ben jij?

Uit welk land kom jij?
1. Ik woon in België.
2. Ik kom uit Italië.
3. Ik kom naar Spanje.
4. Ik kom naar school.
Welke taal spreek jij?
1. Ik spreek Spaans.
2. Ik spreek in Spanje.
3. Ik Spaans.
4. Ik spreek niet.
Hoe lang woon jij al in België?
1. Ik woon in België.
2. Ik woon de Langestraat.
3. Ik woon één maand in België.
4. Ik woon één maand.
Waar woon jij?
1. Ik woon Nederlands.
2. Ik woon in België.
3. Ik woon uit Spanje.
4. Ik woon in de Oostende.
In welke straat woon jij?
1. Ik woon in Oostende.
2. Ik woon in Langestraat.
3. Ik woon in de Langestraat.
4. Ik woon in de Oostende.