Het Taalbad
);" />
© CVO Scala

De Belg trouwde vroeger vaker dan nu

Vul het verbum presens of imperfectum in

Voorbeeld:
Vandaag (trouwen) trouwen Jan en Els.
Ze (leren) leerden elkaar al 3 jaar geleden kennen!
Koppels in België (kiezen) nu minder voor het huwelijk dan vroeger. Vroeger (trouwen) de Belgen meer dan nu. Dat (blijken) uit een onderzoek dat de overheid heeft (uitvoeren) . De gemiddelde leeftijd van de trouwers (verhogen) ook constant.
We (zien) elke dag koppels en gezinnen. 'Die mensen zijn getrouwd', denken we vaak. Toch (kloppen) dat steeds minder.
De overheid (houden) alles bij van de huwelijken. Want je (moeten) elk huwelijk aangeven op het stadhuis. Wie (zijn) getrouwd? Wie (scheiden) er? Wie (zijn) weduwe bij een nieuw huwelijk? De overheid (weten) het dus allemaal.
In 1993 (verbonden) de ambtenaren in ons land nog 54.000 koppels in de echt. Tien jaar later (verminderen) dat aantal tot 41.000. De meesten (stichten) voor het eerst een gezin.
Sommigen (proberen) mensen het voor een tweede keer. Die groep (groeien) een beetje aan: er komen dus steeds meer koppels met tenminste één gescheiden partner. Dat (zijn) er in 2003 al bijna 9.000. Om te trouwen (gaan) je niet over één nacht ijs. Vroeger (wachten) de meeste mensen er niet zo lang mee, maar de laatste jaren (stellen) veel mensen hun beslissing langer uit. Mannen (trouwen) in 1993 gemiddeld op 31 jaar. Voor vrouwen (zijn) dat 27 jaar. In 2003 (zijn) dat pas op 34 jaar voor mannen en 31 jaar voor vrouwen.

(Wablieft-krant, aangepast)