Het Taalbad
);" />
© CVO Scala

De controlearts

Zet het verbum in het imperfectum

Vorige week dinsdag (voelen) ik me plots niet lekker. Mijn handen (trillen) en ik (kunnen) niet meer op mijn benen staan. Ik (beginnen) te zweten en ik (moeten) ook enkele keren braken.
Ik (bellen) naar mijn werkgever en (vertellen) dat ik ziek (zijn) .
Toen ik een uurtje later in mijn bed (liggen) , (gaan) de bel.
Ik (kijken) via de videofoon en (zien) een man staan.
Hij (vertellen) me dat hij (komen) controleren of ik wel echt ziek (zijn) .