Het Taalbad
);" />
© CVO Scala

De huwelijksdag

Maak de zinnen af. Gebruik het imperfectum.

Voorbeeld: Jan en Mirjam (kennen - vijf jaar - elkaar - al) kenden elkaar al vijf jaar.
Mirjam en Jan (zijn - wakker - vroeg - al) .
Ze (opstaan) en (nemen - een douche) .
Vandaag (de grote dag - zijn) , de dag van hun huwelijk!
De zon (schijnen - door het raam) toen Jan (zich scheren) en Mirjam (haar - kammen - haar) .
Daarna (zich aankleden - bruid en bruidegom) .
Even later (ze - rijden - naar het stadhuis) .
Toen (geven - ze - het ja-woord - elkaar) , (iedereen - zijn - blij) . (de gasten - applaudiseren - voor het koppel) . (de burgermeester - een gelukkig leven - wensen) .
Meteen daarna (een receptie - er - volgen) .
Om 15u (het huwelijksfeest - beginnen) .
Iedereen (kunnen - eten - lekker) . Rond 19 uur (het koppel - dansen - de openingsdans) . Daarna (iedereen - mogen - op de dansvloer) . (het - een leuk feest - nog - worden) !
En weet je wat? (Jan en Mirjam - vele kindertjes - krijgen - nog) en (ze - nog - leven - lang en gelukkig) ...