Het Taalbad
);" />
© CVO Scala

Ik volg Nederlands om...

Vul aan

Om + te + infinitief
       -> een duidelijk doel
       -> een duidelijke reden

Voorbeeld:
Ik gebruik de computer om (mailen) te mailen.
Ik volg de cursus "Academisch Nederlands" om (Nederlands - leren - héél snel ) héél snel Nederlands te leren.
1. Ik moet naar de garage om (mijn auto laten herstellen) .
2. Hij fietste snel weg om (de trein niet missen) .
3. Ik moet naar de post om (een pakket ophalen) .
4. Ze sluiten morgen de winkel om (inventaris maken) .
5. Hij heeft een fiets gekocht om (naar het werk rijden) .
6. Gebruik je kleinste versnelling om (een berg oprijden) .
7. Ik wil geen licht op batterij om (het milieu sparen) .
8. De cursisten nemen altijd hun woordenboek om (de spelling controleren) .
9. Ze gebruikt krantenpapier om (een cadeau inpakken) .
10. Ze werkt elke donderdag in de bioscoop om (bijverdienen) .
11. Hij wil naar de wandelbeurs om (zich voorbereiden op zijn wandelvakantie in Chili) op zijn wandelvakantie in Chili.
12. Koop je een cd om (cadeau geven) ?
13. Ze zal haar job opzeggen (zelfstandig worden) .
14. Hij schrijft alles op om (niets vergeten) .
15. Ze volgen een cursus Nederlands om (een job vinden) .
16. Is het onbeleefd om (een cadeau uitpakken) ?
17. Ik ben naar België gekomen om (mijn familie bezoeken) .
18. Welke tram moet ik nemen om (naar Bredene gaan) ?
19. Hij gebruikt de gps om (de weg vinden) .
20. Duw op de blauwe knop om (afstappen) .
21. Ik stuur hem straks nog een mail om (hem bedanken voor het feest) .
22. Hij belde om (zich verontschuldigen) .