Het Taalbad
);" />
© CVO Scala

De inversie

Maak een correcte zin

Voorbeeld:
Jan - gaat - niet - naar de winkel
> Vandaag gaat Jan niet naar de winkel.

1. mijn buurman – gaat
Vandaag naar de Engelse les.

2. hij - toont
Vanmorgen foto’s van zijn familie.

3. we – zijn twee broers en zijn zus zien
Op de foto’s .

4. getrouwd – zijn broer – is
Vorig jaar .

5. de vrouw van Lawrence – in België – komt
Morgen .

6. weer – het gezin – samen – is
Nu .

7. het – weer – mooi – is
Vandaag .

8. mijn zoont – met zijn vrienden – voetbalt
Vanmiddag .

9. viool – speelt – zijn overgrootvader
Elke dag .

10. met de hond – zijn grootmoeder – wandelt
's Morgens .