1. een vergadering plaatsvinden (in de Schubertzaal)
Wat gebeurt er in de Schubertzaal?
een vergadering .

2. een nieuw diensthoofd binnenkomen (in het kantoor)
Wat gebeurt er in het kantoor?
een nieuw diensthoofd .

3. (in de vergaderzaal) vertellen hij zijn visie op het werken in een groep
Wat doet hij in de vergaderzaal?
zijn visie op het werken in een groep.

4. Bucky wilen (in het bedrijf) heel wat veranderen
Wat wil hij precies in het bedrijf doen?
heel wat veranderen.

5. Franky en Guido bespreken (in het bureau) de toespraak van Bucky
Wat doen zij in het bureau?
de toespraak van Bucky.

6. (in de personeelsdienst) niet zo veel nieuwe ideeën komen op tafel
Wat gebeurt er in de personeelsdienst?
Niets bijzonders. niet zo veel nieuwe ideeën .