Niet iedereen kan aan de koffieautomaat over koetjes en kalfjes met collega’s praten. Soms kan een babbeltje met een collega, die andere interesses of een andere leeftijd heeft, erg ongemakkelijk worden. Geen stress, met deze do’s en don’ts word je toch nog meester in smalltalk.
Aan de koffieautomaat, in de kopieerruimte, op het bedrijfsfeest … er zijn situaties genoeg waarbij we met onze minder favoriete collega’s moeten praten. Gewoon voorbijlopen is geen optie. Daarom geven we graag enkele tips om smalltalk in je vingers te krijgen …Oefening: geef elke tip de juiste titel:
Do’sEen goede prater is een goede luisteraar. Mensen houden ervan om over zichzelf te praten. Vraag naar hun familie, hobby’s en huisdieren en wees ook geïnteresseerd (of doe alsof). Onthoud alles wat je te weten komt, zodat je later de draad weer kunt oppikken met vervolgvragen.
Als je het bureau van een collega passeert, kan je al veel nieuwe gespreksonderwerpen ontdekken. Heeft de secretaresse een foto van haar hond op haar bureau staan? Vraag er dan ook naar. Of staat collega X bekend als een echte filmfreak? Vraag hem of haar dan welke nieuwe films je volgens hem of haar gezien moet hebben.
Als iemand zijn haar heeft laten knippen of een collega heeft overduidelijk een nieuwe opvallende ketting aan, geef er dan een complimentje over. Vraag naar welke kapper je collega gaat of van welke winkel de ketting komt. Zo gaat het gesprek steeds meer aan het rollen.
Met uitzondering van religie of politiek is het geen slecht idee om over het nieuws te praten. Even surfen naar een nieuwssite en je haalt er zo een paar onderwerpen uit waarover je wel even aan de koffieautomaat kan praten met je collega’s.
Don’tsDit is een echte ‘no go’-zone wat betreft smalltalk op het kantoor. Ofwel heb je geluk omdat je met je collega op dezelfde golflengte zit, ofwel ben je helemaal fout met eindeloze discussies tot gevolg. Absoluut te mijden.
Af en toe klagen over situaties op het werk is geen probleem en zorgt er soms voor dat je band met je collega’s sterker wordt. Maar vermijd dat je overkomt als dé zeurkous, want na een tijdje vinden jouw collega’s dat pessimisme niet meer leuk.
Niemand moet weten dat die pita van gisterenavond nog altijd op je maag ligt of dat je de nacht op het toilet hebt doorgebracht. Collega’s vragen vooral uit beleefdheid hoe het met je gaat, ze zijn niet echt geïnteresseerd in je medisch dossier.
Of het nu over salarissen, bonussen of hoeveel je collega voor die nieuwe schoenen heeft betaald gaat: praten over geldzaken is delicaat. Het is bijna onmogelijk om over geld te praten zonder dat ten minste één collega zich jaloers of schuldig voelt.
Tekst vrij naar:
Vacature.com
