);" />
© CVO DE AVONDSCHOOL
Shoppen in de Ooststraat
Vul het imperfectum in.
Pas op: sommige verba zijn speciaal (onregelmatig)!
Vorige week (gaan)
mijn vriendin en ik winkelen in de Ooststraat in Roeselare.
We (willen)
wat inkopen doen voor mijn verjaardagsfeestje.
Ik (moeten)
ook een nieuwe trui kopen.
We (komen)
graag naar de Ooststraat want we (vinden)
het er gezellig.
We (staan)
voor een etalage.
We (zien)
er een mooie trui.
We (kopen)
de trui met een kleine korting.
Toen (willen)
we betalen aan de kassa.
Ik (vinden)
mijn bankkaart niet.
Dat (zijn)
pech, nu (kunnen)
ik de trui niet kopen!
Controleer
OK