Die filmster is ... : hij heeft zo veel geld dat hij het weggeeft aan de armen. |
|
|
In de woestijn kan de temperatuur stijgen tot meer dan 40 graden, het is er ... ! |
|
|
Mijn broertje is in de vijver gevallen, en nu is hij natuurlijk .... |
|
|
Wat heb je allemaal in je koffer gestoken? Hij is ... ! Straks moeten we extra betalen voor de bagage! |
|
|
Na het ongeval was de chauffeur ... van schrik. |
|
|