Het Taalbad
);" />
© CVO Scala

Om Nederlands te leren!

Verbind de twee zinnen met "om"

Voorbeeld:
Ik ga naar "De Avondschool". Ik wil Nederlands leren.
>>> Ik ga naar "De Avondschool" om Nederlands te leren.
1. Ik surf naar ‘Het Taalbad’. Ik wil oefeningen maken.
Ik surf naar 'Het Taalbad' om .

2. Ik maak oefeningen. Ik wil goede resultaten op de test hebben.
Ik maak oefeningen om .

3. Ik kom met de fiets naar school. Ik wil fit blijven.
Ik kom met de fiets naar school om .

4. Ik ga naar Brussel. Ik wil het Atomium zien.
Ik ga naar Brussel om .

5. Ik zoek een andere job. Ik wil meer geld verdienen.
Ik zoek een andere job om .

6. Ik ga naar de bakker. Ik wil een lekkere taart kopen.
Ik ga naar de bakker om .

7. Vanavond blijf ik thuis. Ik wil naar het voetbal kijken.
Vanavond blijf ik thuis om .

8. Straks ga ik naar het park. Ik wil een uurtje joggen.
Straks ga ik naar het park om .

9. Ik gebruik spaarlampen. Ik wil minder elektriciteit verbruiken.
Ik gebruik spaarlampen om .

10. Ik ga op vakantie. Ik wil uitrusten.
Ik ga op vakantie om .

11. Ik ga naar het station. Ik wil mijn dochter afhalen.
Ik ga naar het station om .

12. Ik schrijf een aangetekende brief. Ik wil mijn abonnement opzeggen.
Ik schrijf een aangetekende brief om .

13. Ik bel naar een vriendin. Ik wil haar uitnodigen voor mijn verjaardag.
Ik bel naar een vriendin om voor mijn verjaardag.

14. Ik ga naar de Avondschool. Ik wil mij inschrijven voor de cursus Nederlands.
Ik ga naar de Avondschool om voor de cursus Nederlands.

15. Ik zet mijn gsm af in de les. Ik wil me beter kunnen concentreren.
Ik zet mijn gsm af in de les om .

16. Ik ben aan het sparen. Ik wil een nieuwe auto kunnen kopen.
Ik ben aan het sparen om .

17. Ik zal mijn afspraak verplaatsen. Ik wil morgen met jou naar de film kunnen gaan.
Ik zal mijn afspraak verplaatsen om .

18. Ik maak een afspraak met de kapper. Ik wil mijn haar laten kleuren.
Ik maak een afspraak met de kapper om .